Ooit deed Eric de studie Bouwkunde, en wilde Reinier docent Engels en Nederlands worden – of DTP'er. Toch runnen Eric van Arendonk en Reinier Meenhorst nu al jaren webdesign- en adviesbureau Djust. En het mooie is: in dit werk kunnen ze al hun interesses kwijt. In hun studio in hartje Arnhem vertellen ze over hun drijfveren: “Meer mensen zouden moeten schetsen!”

Djust ontstond in 2005 uit een samenwerkingsverband van grafisch ontwerpers. En ze houden nog steeds van mooi drukwerk: desgevraagd praten beide heren enthousiast over hun liefde voor het boek. Wat minder beviel was dat het bij drukwerk moeilijk te zien is hoe mensen je werk gebruiken. Bij interactieve producten ligt dat anders. Eric: “Als we nu iets maken kunnen we testen of het helpt om een bepaald doel te bereiken. Bij een poster kan dat niet.”

Taakverdeling

Beiden hebben ze een ontwerpachtergrond – na Bouwkunde studeerde Eric “Mens en Informatie” aan de Eindhovense Design Academy en Reinier deed uiteindelijk Grafische Vormgeving op de kunstacademie. Nu hebben ze een duidelijke taakverdeling. Eric is meer analytisch ingesteld: hij zorgt voor structuur, bewaakt proces & budget en is de down to earth tegenhanger van Reiniers enthousiasme. Reinier laat zich graag meeslepen door nieuwe technische mogelijkheden of het perfectioneren van details. Als het nodig is roept Eric dan af en toe: “Nee, we gaan nu niet nóg een schets maken.”

Samen maken ze doelgerichte sites met veel aandacht voor usability en UX. Ze betrekken ook taal erbij: “Soms zijn wij van alle partijen in een project degenen die zeggen: ‘Laten we nu niet iets grafisch doen, maar eerst naar de tekst kijken.’” Naast het werk voor klanten heeft Reinier de opleiding Usability voor Lectric mede ontwikkeld. Ook is hij betrokken bij de opleiding Online Strategie van de HAN. “Dus nu zitten al mijn fascinaties in mijn vak. Toevallig is alles op zijn plaats gevallen.”

Djust wil graag klein blijven. Ze zijn geen full-service bureau; ze houden zich bezig met ontwerp- en adviestrajecten en als het nodig is werken ze samen met experts op andere gebieden. Onafhankelijkheid is fijn als je usability-advies geeft. Reinier: “De gebruiker gaat voor alles. Als een organisatie vastzit aan allerlei ingekochte oplossingen kunnen wij een onpartijdig oordeel geven over de kwaliteit daarvan. Waar we voor willen waken is dat je de keuken komt controleren, terwijl je ook bezig bent met het verkopen van koelsystemen.”

“Niemand weet het eigenlijk nog”

Regelmatig wordt er samengewerkt met externe ontwikkelaars. Met de opkomst van responsive design is de manier waarop ze werken nu wel erg aan het schuiven. De oude workflow, waarbij eerst statische wireframes werden ontwikkeld, werkt niet meer goed. “Aan de ene kant is er meer interactiviteit; aan de andere kant is het ook makkelijker geworden om snel iets interactiefs te maken. We zijn nu weer bezig met HTML en CSS: niet voor productiecode, maar voor prototypes. Wireframes maken voor al die schermgroottes is onbetaalbaar en veel te ingewikkeld geworden.” Ze vinden het wel mooi om te zien hoe iedereen nu aan het modderen is. Reinier: “Ook op congressen zie je dat ook de grote namen nog zoeken naar een goede methodiek. Dat maakt het superleuk. Kijk bijvoorbeeld naar de discussies over het hamburgermenu: niemand weet het eigenlijk nog. Maar iedereen doet er heel gewichtig over.”

Responsive design is een onderwerp met de warme belangstelling van Reinier en Eric. Met bevriende ontwerpers hebben ze daarom responsivenow.nl opgezet, waarop ze adviseren over de aanpak van responsive trajecten. Maar hoe blijven ze zelf eigenlijk up-to-date? “Waarschijnlijk zijn wij de enige nog actieve gebruikers van RSS.” Reinier volgt trouw zijn favoriete blogs. Hij vindt bijvoorbeeld elke dag wel iets inspirerends op een site als Codrops. Eric duikt vaak in een specifiek onderwerp wanneer ze daar mee te maken hebben. Momenteel is dat formulieren, dus daar leest hij nu veel over.

Maar eigenlijk – eigenlijk lezen ze het liefst boeken. Reinier roemt de boeken over HTML en Javascript van Jon Duckett. “De gebonden versie daarvan, dat is 3x prettiger dan digitaal!”

Schetsen

Tenslotte willen ze nog wel nog iets kwijt: dat iedereen kan schetsen. Oók ontwikkelaars en opdrachtgevers. Regelmatig houden ze werksessies waarin ze participatie van klanten proberen uit te lokken. En wat blijkt? Mensen durven niet te tekenen. Terwijl dat juist zo handig kan zijn voor de informatieoverdracht – taal is niet altijd het beste. “Kinderen tekenen op school, maar het lijkt haast wel of het mensen later wordt afgeleerd”, zegt Reinier. “Ik heb er weleens over gedacht om Duplo-blokjes mee te nemen om die blokkade te doorbreken. Als het lukt werkt dat heel bevrijdend.”